Triëren van verwijsbrieven en het triageconsult
In 2022 zijn verschillende vakgroepen gestart met het triëren van verwijsbrieven gecombineerd met het triageconsult. Steeds meer vakgroepen sluiten bij deze werkwijze aan. Het doel van het triëren van verwijzingen is de patiënt nog beter te kunnen helpen, op de juiste plek en bij de juiste zorgprofessional. Door het triëren kunnen incomplete verwijzingen of verwijzingen waarvoor eerst nog aanvullend onderzoek nodig is, ondervangen worden. Hiermee zorgen we dat na de verwijzing meteen het juiste vervolgtraject ingezet wordt. Ook kan de specialist, door de verwijzingen te triëren, patiënten die sneller gezien moeten worden eruit filteren en met voorrang inplannen. Een aanvulling op het triëren van verwijsbrieven is het triageconsult. Op het moment dat een verwijzing (n.a.v. triëren) vragen oproept bij de specialist biedt het triageconsult de mogelijkheid om hierover met de huisarts in overleg te gaan.
Waar het meekijkconsult bedoeld is voor vragen van de huisarts aan de medisch specialist is het triageconsult bedoeld om als medisch specialist een verwijzing met de huisarts te bespreken.
De specialist trieert alle reguliere verwijzingen en maakt eventueel gebruik van het triageconsult met twee doelen:
- het optimaliseren van poliplanning (triëren op urgentie en gewenste afhandeling in de tweedelijn);
- het gezamenlijk bepalen van het juiste vervolgtraject voor de patiënt door de huisarts en specialist. Denk aan eerst aanvullend onderzoek, start van een behandeling in de eerstelijn, verwijzing naar een ander specialisme, etc.
Werkwijze triageconsult
Wanneer de specialist opmerkt dat een ander vervolgtraject passender is voor de patiënt op basis van de informatie uit de verwijsbrief, neemt de specialist contact op met de verwijzende huisarts. Dat gebeurt telefonisch binnen 2 werkdagen na verwijzing of via Siilo. Soms lukt het niet om telefonisch met elkaar in contact te komen. Daarom ontvangt de huisarts ook altijd een brief (via edifact) met daarin het advies t.b.v. de behandeling van de patiënt. De huisarts bespreekt de uitkomst van het triageconsult met de patiënt. Indien uit het contact tussen de huisarts en de medisch specialist blijkt dat de patiënt toch in het ziekenhuis gezien moet worden, dan wordt hier gehoor aan gegeven. Bekijk voor meer informatie over de werkwijze ook het proces in het stroomschema.
Welke vakgroepen doen mee
Het triëren van verwijzingen is niet voor elk specialisme een meerwaarde, bijvoorbeeld wanneer de toegangstijden erg laag zijn of wanneer het om een patiëntengroep gaat met langlopende (pijn)klachten waar een fysiek consult nodig is om de ernst te kunnen bepalen.
Hieronder staan de specialismen benoemd die het triageconsult wél inzetten. Ook kunt u in ZorgDomein zien of een verwijzing wel of niet wordt getrieerd door een medisch specialist.
Cardiologie | Interne geneeskunde |
Kindergeneeskunde | MDL |
Neurologie | Neurochirurgie |
Orthopedie |
Voor meer informatie of vragen over triageconsult kunt u contact opnemen met de afdeling Transmurale Samenwerking via transmuraal@franciscus.nl.