Graag geven wij uitleg over de route die de patiënt aflegt bij de Borstkliniek Franciscus, en de rol van de radioloog hierin. Patiënten kunnen door de huisarts verwezen worden naar de Borstkliniek van Franciscus, hierbij kan binnen ZorgDomein gekozen worden voor een verwijzing beeldvormende diagnostiek óf verwijzing daadwerkelijk naar de Borstkliniek (chirurgie). Na verwijzing voor beeldvorming zijn er een aantal mogelijkheden afhankelijk van de bevindingen. 

• BIRADS 1 & 2: worden terugverwezen naar de huisartspraktijk.

• BIRADS 3 met expectatief beleid: patiënt wordt terugverwezen naar de huisarts met een advies om aanvullend onderzoek te plannen, meestal na 6 maanden. Aangezien de radiologie geen behandelaar is en dus ook geen DBC opent is hiermee het consult afgerond waardoor ook een nieuwe aanvraag voor het vervolgonderzoek nodig is.

• BIRADS 3 met biopt: patiënt wordt intern doorverwezen naar de chirurg/Borstkliniek. Deze opent een DBC en wordt daarmee de hoofdbehandelaar in plaats van de huisarts. De borstkliniek zorgt ervoor dat de uitslag van het biopt besproken wordt én bespreekt de eventuele consequenties.

• BIRADS 4 & 5: er is altijd vervolgonderzoek nodig in de vorm van weefseldiagnostiek, deze patiëntengroep wordt eveneens intern doorverwezen naar de chirurg/Borstkliniek.

Huisartsen stellen regelmatig de vraag waarom zij in het geval van een BIRADS 3 uitslag met expectatief beleid deze nieuwe aanvraag moeten maken voor hetzelfde probleem, en de patiënt niet door de Borstkliniek opgeroepen kan worden hiervoor. Dat komt omdat de patiënt na het eerste radiologisch onderzoek geen patiënt is geworden bij de Borstkliniek; er wordt geen DBC geopend, en de patiënt is (zoals gebruikelijk bij alle eerstelijns onderzoek) terugverwezen naar de huisarts. De huisarts blijft hoofdbehandelaar en dient zorg te dragen voor het vervolg. Tevens kunnen en mogen radiologen niet naar zichzelf verwijzen.